Van jongs af aan weet Arthur Rosbergen: ik wil leraar worden. En dat werd dus ook zijn vak, veertig jaar lang. Tot het door verschillende vormen van reuma niet meer lukte. “Dat is een flinke klap geweest. Als iemand zei dat ik niet meer fulltime in het onderwijs kon werken, werd ik boos. Het duurde wel even voor ik het zelf inzag.”
Gedisciplineerd en een tikkeltje streng, vooral ook voor zichzelf. Het typeert Arthur, die zich in zijn carrière nauwelijks ziek meldde. “Ik vond altijd: je moet door. Met een verkoudheid kun je best je werk doen. Ik voelde een verantwoordelijkheid. Naar mijn gezin, en naar de kinderen in de klas.”
De batterij was leeg
Het werk in de klas – de afgelopen 23 jaar stond hij voor de bovenbouw van het speciaal basisonderwijs – groeide hem langzaam maar zeker boven het hoofd. “Het werken met de kinderen lukte nog wel. Zij houden je wel bezig. Maar zo gauw het dan twee uur was, was mijn batterij eigenlijk al op. Maar dan moest de administratie nog. Net als de oudergesprekken. Het zorgde ervoor dat ik steeds vaker in de weekenden en vakanties doorwerkte.”
Uiteindelijk kwam Arthur toch in de ziektewet terecht. “Ik merkte toen pas hoe moe ik was. Jarenlang ging ik chronisch over mijn grenzen heen. Op een bepaald moment is het dan klaar.”
Natuurlijk werd er alles aan gedaan om voor hem mogelijkheden te vinden bij de school waar hij met zoveel plezier werkte. Dat lukte niet. Na het eerste jaar ziekte werd het tweede spoortraject opgestart. Zo kwam Arthur in contact met loopbaanadviseur Mirjam Jansens van LENGG. “Dat waren waardevolle gesprekken. Het besef daalde steeds meer in dat ik mezelf niet voor de gek moest houden. Doen wat ik altijd deed, dat gáát gewoon niet meer.”
Van weerstand naar acceptatie
Ook al begreep hij steeds beter dat afscheid van het onderwijs onomkeerbaar was, de weerstand bleef nog wel even. “Op een bepaald moment moest ik gaan solliciteren. Maar ik wist nog helemaal niet voor hoeveel uur, en voor wat voor functies. Het voelde daardoor alsof ik me beter moest voordoen dan ik was.” Loopbaanadviseur Mirjam ondersteunde hem bij het opstellen van zijn cv en sollicitatiebrief. Op zo’n manier, dat het beter voelde. “Ze hielp me door me te wijzen op vacatures waar ik wel naar kon kijken. Ik ben echt een verzorgend type, en in de zorg zijn óók functies die minder kracht vergen en waarbij flexibiliteit mogelijk is.”
De mogelijkheden zien
Zo kwam hij met Prisma in contact. Een organisatie die hem goed past: in de zorg, en dan ook nog eens in een aandachtsgebied waar hij affiniteit mee heeft. “Voor mij was de uitdaging: iets vinden wat ik lichamelijk aankan én wat ik leuk vind. Ik moet toch nog tien jaar door.”
De contactpersoon bij deze organisatie was meteen heel relaxed, en dacht mee over mogelijkheden die bij Arthur en bij Prisma passen. Nu gaat hij aan de slag als ambulant begeleider, wat betekent dat hij straks huisbezoeken bij cliënten aflegt. Een baan waarbij hij voldoende rust kan inbouwen om de interne batterij weer op te laden. “Ik weet nu: er zijn zoveel mooie mogelijkheden in het leven en in de wereld. Tegen anderen zou ik zeggen: wees niet bang voor de toekomst, want er zijn echt andere opties”, besluit Arthur. “LENGG heeft mij enorm bij dat besef geholpen. Als Mirjam niet zo streng was geweest, was ik niet gekomen waar ik nu sta. En daar ben ik haar heel dankbaar voor.”